De sociale partners hebben een sectorale cao ondertekend voor de periode 2023-2024 die betrekking heeft op de bijna 100.000 werknemers in de chemie en life sciences (Paritaire Comités 116 en 207). Het sectorakkoord voorziet in een eenmalige koopkrachtpremie, beperkt tot bedrijven die aantoonbare winsten hebben geboekt. Er wordt ook sterk ingezet op opleiding en levenslang leren, waarbij voltijdse werknemers recht hebben op vijf opleidingsdagen per jaar. Daarnaast zijn er verhogingen van de minimumlonen en minimumploegenpremies, maatregelen voor werkbaar werk en verhoogde tussenkomsten voor duurzame mobiliteit.
Het sectorakkoord voor de chemie en life sciences heeft de voorwaarden bepaald om, in navolging van het nationaal loonoverleg, een eenmalige koopkrachtpremie in te voeren. De premie wordt uitgekeerd in de vorm van een consumptiecheque en is beperkt tot bedrijven die vorig jaar winst hebben gemaakt. De premiebedragen zijn vastgelegd op respectievelijk 350 en 351 euro voor bedrijven die ‘hoge’ of ‘uitzonderlijk hoge’ winst hebben gerealiseerd en blijven daarmee onder de wettelijk bepaalde maxima van 500 en 750 euro.
5 dagen opleiding per jaar
Voorts omvat het akkoord een verhoging van de sectorale minimumlonen en ploegenpremies, aanvullende vergoedingen bij gedeeltelijke werkloosheid, landingsbanen, zwangerschap of borstvoedingsverlof, en verhoogde tussenkomsten in het woon-werkverkeer per spoor. Daarnaast worden de systemen van tijdskrediet en SWT-stelsels verlengd en wordt de overgang van werken in ploegen naar dagfuncties onder bepaalde voorwaarden begeleid .
In ondernemingen met meer dan twintig werknemers wordt ook een individueel opleidingsrecht ingevoerd. Vanaf dit jaar hebben medewerkers recht op vier opleidingsdagen, vanaf volgend jaar wordt dit opgetrokken naar vijf dagen opleiding per jaar. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het sectorale vormingsfonds Co-valent en de sectorale opleidingscentra ACTA, PlastIQ en ViTalent.
Koen Laenens, secretaris-generaal en directeur sociaal beleid essenscia: “Samen met de vakbonden zijn we in een serene en constructieve sfeer tot een evenwichtig sectorakkoord gekomen. Dit is een akkoord dat zorgt voor extra koopkracht, maar dat in de huidige economische context ook oog heeft voor de bescherming van de concurrentiekracht van bedrijven. Met bijkomende maatregelen rond duurzaam woon-werkverkeer, extra opleidingsdagen en werkbaar werk is het ook een toekomstgericht akkoord, waarbij we binnen het paritair comité ook een volwaardige dialoog zullen opstarten over de sociale, technologische en economische impact van de klimaat- en energietransitie.”