In de Antwerpse haven pionieren BASF Antwerpen, Air Liquide en Fluxys met innovatieve technologie om CO2 afkomstig van productie-installaties af te vangen en op te slaan. Het gaat om een van de grootste CCS-projecten (Carbon Capture & Storage) in Europa met het potentieel om de uitstoot van de basisindustrie in Vlaanderen met 30% te verminderen. De Vlaamse regering trekt 12,5 miljoen euro uit om dit baanbrekende klimaatproject te ondersteunen. “Dit is een van de belangrijkste klimaatinvesteringen ooit in Vlaanderen. De chemiecluster in Antwerpen zet zich hiermee aan het front van de klimaattransitie”, zegt Vlaams minister van Economie Jo Brouns.
De afvang en opslag van CO2 is een cruciale klimaattechnologie om de uitstoot van broeikasgassen op relatief korte termijn significant te doen dalen en de ambitieuze klimaatdoelstellingen te helpen realiseren.
Via het project Kairos@C zullen BASF Antwerpen en Air Liquide op industriële schaal de CO2 van hun productie-installaties afvangen. Samen met Fluxys en de Haven van Antwerpen-Brugge bouwt Air Liquide daarnaast ook het Antwerp@C-netwerk uit. Dat voorziet de noodzakelijke infrastructuur om de opgevangen CO2 via pijpleiding naar een exportterminal in de haven te transporteren, daar vloeibaar te maken en tijdelijk op te slaan om het tot slot te verschepen naar permanente, ondergrondse opslaglocaties in het Noordzeegebied.
Zodra de infrastructuur operationeel is – wellicht in 2027 – wordt verwacht dat meerdere bedrijven in de haven van Antwerpen hierop zullen aansluiten. Zo zijn ook chemiebedrijven Borealis, ExxonMobil, INEOS en TotalEnergies bij het Antwerp@C-project betrokken. Op termijn kan dit initiatief leiden tot een reductie van 30% van de uitstoot van de basisindustrie in Vlaanderen, wat overeenkomt met 13% van de totale Vlaamse uitstoot. De mogelijkheid bestaat bovendien om het netwerk ook richting Nederland uit te breiden. Daarmee gaat om een van de grootste CCS-projecten in Europa en zelfs in de wereld.
Na eerdere steun vanuit Europese fondsen voorziet nu ook de Vlaamse regering 12,5 miljoen euro om het project een duw in de rug te geven. Vlaams minister van Economie en Innovatie Jo Brouns: “Dit is zonder meer één van de belangrijkste investeringen waarmee onze Vlaamse basisindustrie haar CO2-uitstoot reduceert en waarmee de grootste chemiecluster van Europa zich aan het front van de klimaattransitie zet. Als Vlaamse overheid zetten we hier met volle overtuiging mee onze schouders onder. Deze eerste grootschalige industriële toepassing van CCS in Vlaanderen moet ook de drempel verlagen voor de rest van de industrie om deze techniek eveneens toe te passen.”
In lijn met de staatssteunregels zal er vijf jaar na de start van het project een herevaluatie van de rendabiliteit gebeuren, aan de hand van onder meer de effectief gemaakte projectkosten en uitgespaarde emissiekosten. Indien blijkt dat het project door de steun kostendekkend zou geworden zijn, moet de Vlaamse (en ook de Europese) steun terugbetaald worden.