Vlaanderen kan voor import en export rekenen op de aanwezigheid van zeehavens, een uitgebreid spoor-, binnenvaart- en wegennet en een centraal uitgebouwd pijpleidingennet. In combinatie met zijn centrale ligging, dicht bij een belangrijk deel van de Europese markt, zijn dat belangrijke troeven voor het goederenvervoer van de Vlaamse ondernemingen. En dat geldt zeker voor bedrijven uit de chemie- en life sciencesindustrie zoals INEOS Phenol.
De productievestiging van INEOS Phenol in de Antwerpse haven beschikt al meer dan 20 jaar over een steiger die klanten toelaat om producten op te halen per lichter. Sommige klanten verkiezen om per spoor te werken, maar door de lay-out van de site is het niet mogelijk om een spooraansluiting aan te leggen. Toen het bedrijf ADPO op de naburige concessie een spoorontsluiting plande, sprak het voor zich om onderlinge afspraken te maken, zodat INEOS Phenol daarvan ook gebruik zou kunnen maken. Voor een vlotte verbinding tussen beide concessies legde ADPO een pijpleiding aan.
Het product fenol wordt eerst gestockeerd in opslagtanks bij ADPO en wordt nadien overgeladen naar ketelwagens voor het spoorvervoer naar de klant, vooral via bloktreinen. Het vervoer van kleinere volumes naar verschillende bestemmingen binnen Europa gebeurt als verspreid vervoer, met een langere doorlooptijd en een moeilijkere organisatie. Op die manier worden 3.000 tankwagentransporten per jaar uitgespaard.
De doorgedreven samenwerking tussen 2 private spelers kon uiteraard enkel tot stand komen met goede onderlinge afspraken, zowel naar minimale volumes als naar grondgebruik, aangezien de pijpleiding van ADPO over de concessie van INEOS loopt.
Benieuwd naar meer cases en beleidsaanbevelingen? Download de brochure ‘Optimodaal goederenvervoer’ van de Vlaamse Ondernemers waar essenscia deel van uitmaakt.