Nieuwe studie legt groeiende talentkloof bloot en pleit voor ambitieus STEM-beleid, extra opleiding en aantrekken van meer internationaal talent
De komende drie tot vijf jaar heeft de farma- en biotechsector in ons land nood aan zowat 7.500 nieuwe werknemers, dat zijn gemiddeld minstens 1.500 extra jobs per jaar. De instroom van nieuw talent uit relevante studierichtingen is echter structureel onvoldoende om aan die vraag te voldoen. De sector kijkt daardoor aan tegen een groeiende talentkloof met een tekort van ongeveer 400 profielen per jaar, vooral in R&D, productie en digitalisering. Er zijn dus dringend extra maatregelen nodig om meer lokaal en internationaal talent op te leiden en aan te trekken. Dat blijkt uit een studie in opdracht van de industriepartners binnen het nationaal Observatorium voor de Farmaceutische Industrie (OFI), onder de bevoegdheid van Vice-eersteminister en minister van Economie Pierre-Yves Dermagne. Het onderzoek sluit ook aan bij het ‘Biopharma R&D Platform’, een initiatief onder impuls van premier Alexander De Croo om de Belgische koppositie in farma en biotech verder uit te bouwen.
De jobgroei in de Belgische farma- en biotechsector kent al jaren een sterk stijgende trend. Sinds 2015 zijn er zowat 8.000 jobs bijgekomen, goed voor een stijging van de sectorale tewerkstelling met 23% tot meer dan 40.000 jobs. Een studie uitgevoerd door Deloitte voorspelt de komende jaren een nog snellere toename met bijkomend 1.500 directe en 3.000 indirecte jobs per jaar. Driekwart van die nieuwe jobs situeert zich in productie en R&D, maar ook voor digitalisering, kwaliteitscontrole en ondersteunde diensten zijn extra mensen nodig. Het gaat om een brede waaier aan uiteenlopende profielen en opleidingsniveaus.
Groeiende talentkloof: inzetten op lokaal én internationaal talent
Uit de analyse blijkt echter dat de instroom van nieuw talent te laag is om die jobgroei in te vullen. Zo kiezen nog te weinig studenten, in het bijzonder vrouwen en jongeren met een migratieachtergrond, voor een technische of wetenschappelijke STEM-opleiding. Er is ook te weinig mobiliteit tussen de arbeidsmarkten in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Bedrijven vullen de talentkloof momenteel voornamelijk op door permanente bijscholing en het aantrekken van buitenlands talent, maar ook daar botst de sector stilaan op zijn limieten. Zonder extra maatregelen dreigen dus heel wat jobkansen onbenut te blijven.
Het Observatorium voor de Farmaceutische Industrie, onder voorzitterschap van Sonja Willems, heeft daarom op basis van de resultaten van de studie een reeks aanbevelingen geformuleerd. De klemtoon ligt daarbij op meer lokaal talent opleiden en meer internationaal talent aantrekken én behouden. Ook het huidige talent – de bestaande werknemers – dient via levenslang leren optimaal voorbereid te worden op de toenemende digitalisering en de nieuwste gezondheidstherapieën.
België geniet een ijzersterke reputatie in geneesmiddelenonderzoek en farmaproductie, maar trekt ook steeds meer investeringen aan voor de bijzonder complexe en biotechnologische productie van zogenaamde ATMP’s (Advanced Therapy Medicinal Products), gebaseerd op cellen, genen en weefsels. Bij dergelijke zeer strategische investeringen is de beschikbaarheid van talent een doorslaggevende factor in de concurrentiestrijd met andere landen. Ook dat komt naar voor uit de studie die de situatie in België vergelijkt met de buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland maar ook kijkt naar het talentpotentieel in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken en Zwitserland.
Praktijkgericht STEM-onderwijs en meer interactie met industrie
Op onderwijsvlak pleiten de industriepartners daarom voor een geïntegreerde STEM-strategie – van kleuterklas tot universiteitsaula – om meer jongeren te motiveren voor een technische of wetenschappelijke studie- of beroepskeuze. Dat kan onder meer door een verdere uitbouw van duaal leren – waarbij een belangrijk deel van de lestijd plaatsvindt op de werkvloer – en een ruimer aanbod aan praktijkgerichte en kwaliteitsvolle bedrijfsstages van langere duur.
Er is ook meer wisselwerking en samenwerking nodig tussen de farma- en biotechindustrie en het onderwijsveld. Zo hebben scholen moeite om bij te blijven met de nieuwste digitale infrastructuur en technologische trends. Initiatieven zoals duaal lesgeven kunnen helpen om het nijpende tekort aan vakleerkrachten op te vangen. Een nauwere interactie met tewerkstellingsdiensten als VDAB, Actiris en Forem kan meer werkzoekenden herscholen voor een job in farma of biotech.
Daarnaast is er nood aan administratieve vereenvoudiging en fiscale steunmaatregelen om meer hoogopgeleid buitenlands talent te kunnen aantrekken. Het duurt momenteel te lang om werkvergunningen te verkrijgen en ook de erkenning van relevante buitenlandse diploma’s kan sneller en efficiënter. Een gebrek aan flexibiliteit in de taalwetgeving zorgt voor een beperkt aanbod aan Engelstalige masteropleidingen, wat een rem zet op de instroom van buitenlands talent, zowel studenten als lesgevers.
Frédéric Druck, secretaris-generaal bio.be/essenscia: “De farma- en biotechsector heeft nood aan goedopgeleide STEM-profielen met multidisciplinaire competenties en specifieke vakkennis. De automatisering van productieprocessen, de snelle opkomst van digitale gezondheidstoepassingen en de doorbraak van geavanceerde cel- en gentherapieën vragen om nieuwe vaardigheden. Er is in de onderwijsprogramma’s meer focus nodig op de behoeften van de industrie. Maar we moeten ook de eigen medewerkers klaarstomen voor de toekomst. Met ViTalent in Vlaanderen, aptaskil in Wallonië en binnenkort ook de EU Biotech Campus in Charleroi investeren we met de industrie in eigen competentiecentra voor levenslang bijleren en de adequate opleiding van studenten en werkzoekenden.”
Caroline Ven, CEO pharma.be: “De continue jobgroei in de biofarma-sector is bijzonder goed nieuws, maar geschikt talent vinden vormt een steeds grotere uitdaging. We zijn in België wereldtop in onderzoek, ontwikkeling, productie en export van geneesmiddelen en vaccins. Laat ons die sterke uitgangspositie gebruiken om met de aanbevelingen uit deze studie aan de slag te gaan: regionale en federale overheden, onderwijs, opleidingsverstrekkers én industrie. Europa heeft 2023 uitgeroepen tot ‘European Year of Skills’. Dat biedt kansen voor ons land om deze adviezen om te zetten in daadkrachtig beleid, zodat we meer talent met de juiste skills kunnen aanboren. Alleen samen kunnen we de talentkloof dichten.”
Download de studie ‘Talent in the biopharma sector’