De industrie van de chemie en life sciences kent in ons land een lange en rijke geschiedenis. Wetenschappelijk onderzoek en technologische vindingrijkheid hebben daarin een sleutelrol gespeeld. Belgische innovatiekracht met internationale dimensies.
Circulaire soda
Natriumcarbonaat of soda is van oudsher een onmisbaar scheikundig ingrediënt, maar de productie via het traditionele Leblanc-procedé was erg vervuilend. Daar bracht de Belg Ernest Solvay in 1861 verandering in. Hij kwam met een nieuw fabricageproces en vond een manier om alle nevenproducten die tijdens dat proces ontstaan te hergebruiken. Het is een eerste voorbeeld van een circulaire industriële werkwijze. Solvay groeide uit tot een wereldspeler in de chemie en is al jaren de Belgische nummer 1 in patent aanvragen.
De eerste kunststof
Gentenaar Leo Baekeland bedacht met Velox een nieuw soort fotopapier dat ontwikkeld kon worden bij kunstlicht, een uitvinding die hij voor veel geld aan Eastman Kodak verkocht. In plaats van te rentenieren, bleef hij experimenteren. In de VS patenteerde hij in 1907 bakeliet, de eerste volwaardige kunststof. Het was een uitstekende vervanger van natuurlijke grondstoffen en bakeliet maakte heel wat gebruiksvoorwerpen betaalbaar. Tot eind jaren vijftig bleef het de meest gebruikte kunststof ter wereld, denk maar aan telefoons in bakeliet. Baekeland was de enige Belg in het lijstje met de honderd belangrijkste personen van de twintigste eeuw in het Amerikaanse magazine Time.
De vader van de Belgische biotech
Een stukje DNA transplanteren om aan planten een positieve eigenschap naar keuze mee te geven, zoals betere resistentie tegen insecten of ziekten, tegen droogte of vocht. De bakermat van de hedendaagse plantenbiotechnologie ligt aan de universiteit van Gent. Begin jaren 80 legt Marc Van Montagu er, samen met Jozef Schell, de basis van de baanbrekende gentechnologie. Van Montagu krijgt er in 2013 de ‘World Food Prize’ voor, een alternatieve Nobelprijs voor wie een bijzondere bijdrage levert tot verbetering van de landbouw en voedselvoorziening. België is intussen uitgegroeid tot een van de wereldwijde koplopers in biotech, vooral op het vlak van gezondheid.
De chemie van foto en film
Fotografie was lang een dure bezigheid. Lieven Gevaert vond na veel experimenteren een betrouwbare methode om kwaliteitsvol fotopapier te maken. Hij vestigde zijn fabriek in 1905 in Mortsel en bleef vernieuwen: filmrolletjes, röntgenfilm, cinéfilms met geluid. Na de fusie met het Duitse Agfa in de jaren 60 groeide Agfa-Gevaert uit tot een wereldspeler in de chemie van het dunne oppervlak. Van traditioneel fotopapier naar digitale beeldvorming in drukkerij en ziekenhuis, folies voor zonnepanelen en hoogtechnologische materialen voor smartphoneschermen.
Essentiële medicijnen uit de Kempen
In de eerstehulpkoffer van de maanastronauten zat een Belgisch middel tegen diarree. Het was het eerste topmedicijn van dokter Paul Janssen, de stichter van Janssen Pharmaceutica. Vanuit de Kempen zou een stroom aan nieuwe geneesmiddelen volgen, waarvan er zes terechtkwamen op de lijst van ‘essentiële geneesmiddelen’ van de Wereldgezondheidsorganisatie. Dankzij een permanent streven naar nieuwe moleculen voor een betere gezondheidszorg, aangedreven door het credo van Paul Janssen: ‘De patiënten wachten’.
De chemie in het medicijn
Zoals de naam het zegt begon de Union Chimique Belge (UCB) eind jaren 20 als een traditioneel chemiebedrijf. Een kleine afdeling, Meurice in Vorst, hield zich bezig met geneesmiddelen. Vanaf de jaren 70 verlegt UCB vanuit een nieuwe vestiging in Eigenbrakel de focus meer en meer op producten met een hogere toegevoegde waarde. In de daaropvolgende decennia komt de onderzoeksafdeling op de proppen met enkele succesrijke medicijnen tegen epilepsie, allergie en reuma. De laatste jaren zet UCB sterk in op biotechnologie en breidt zo de succesformule uit van chemie tot biofarma.
Van energiecrisis tot milieuwinst
Begin jaren zeventig zat de chemie-industrie in een dubbele houdgreep. De oliecrisis van 1973 en het rapport van de Club van Rome een jaar eerder dwongen de chemie om productieprocessen radicaal te herdenken en duurzamer te gaan produceren. Meer doen met minder, op zoek naar een evenwicht tussen ecologie en economie. Dat leidt tot verregaande energie- en warmterecuperatie, de eerste waterzuiveringsinstallatie, het uitfaseren van CFK’s en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Een innovatieve zoektocht die ruim veertig jaar later onvermoeid verdergaat.
De wereld rond op zonne-energie
Een vlucht om de aarde zonder een druppel brandstof. Het revolutionaire zonne-vliegtuig Solar Impulse slaagde in die missie, mede dankzij Belgische chemietechnologie. Zo leverde Solvay 6.000 onderdelen, onder meer voor batterijen en zonnecellen. Het cockpitraam uit het supersterke lichtgewichtmateriaal polycarbonaat is gemaakt bij Covestro in Tielt. Het is een voorbeeld van de duurzame chemie van de toekomst. De volgende uitdaging? Het broeikasgas CO2 omzetten tot een waardevolle brand- en grondstof.
Vaccinhoofdstad van de wereld
Meer dan 2,5 miljoen vaccins per dag voor patiënten in 170 landen. Een van de grootste productievestigingen voor vaccins ter wereld staat in Waals-Brabant. Het resultaat van een gedurfde samenwerking tussen een Vlaamse rector van de KU Leuven en een Waalse Nobelprijswinnaar voor Geneeskunde. Pieter De Somer en Christian De Duve startten na de Tweede Wereldoorlog in Rixensart met het bedrijf R.I.T. (Recherche et Industrie Thérapeutique) om het levensreddende penicilline te produceren, het allereerste antibioticum. In de jaren 60 volgt het poliovaccin. Na enkele overnames vervelt het R.I.T. in 2000 tot het huidige GSK (GlaxoSmithKline).
De band tussen wetenschap en industrie
De Solvay Conferenties behoren tot de meest bekende en beroemde wetenschappelijke bijeenkomsten in fysica en chemie, druk bijgewoond door prominente Nobelprijswinnaars. De allereerste chemieconferentie vond plaats in Brussel in 1922. Het was een initiatief van Ernest Solvay om de ontwikkeling van kennis en wetenschappelijk onderzoek in de chemie te stimuleren. Het was de voorbode van de voortrekkersrol die de chemiesector zou spelen in de oprichting van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek eind jaren 20. Tot op vandaag werken industrie en onderzoekswereld intensief samen.
Van kleur tot verf
De chemie geeft letterlijk kleur aan het leven. Tot halverwege de negentiende eeuw waren alle kleurstoffen gebaseerd op natuurlijke pigmenten uit planten, schelpen of insecten. De creatie van synthetische kleurstoffen in de tweede helft van de negentiende eeuw was dan ook een belangrijke doorbraak. Het was een van de eerste waardevolle toepassingen van industriële chemie. In België lag het zwaartepunt van de verfindustrie rond Vilvoorde. Zo was Gustave Levis de verfleverancier voor de eerste wagons van de Belgische spoorwegen.
‘Mensen en moleculen’
Meer lezen? In ‘Mensen en moleculen’, een referentiewerk over 100 jaar chemie en farma in België, schetsen auteurs Kenneth Bertrams, hoogleraar economische geschiedenis aan de ULB, en Geerdt Magiels, bioloog en wetenschapsfilosoof, in 240 rijkelijk geïllustreerde bladzijden de boeiende geschiedenis van de industriële ontwikkeling van de chemie, kunststoffen, farma en biotech in ons land. Het boek is uitgegeven bij Mardaga naar aanleiding van de 100ste verjaardag van sectorfederatie essenscia.
Bekijk hier het volledige dossier in samenwerking met De Tijd