Een versnelling en concretisering van het industriebeleid om te zorgen voor lagere energiekosten, vlottere vergunningen, minder regelneverij en meer internationale concurrentiekracht. Zo luidde de duidelijke oproep aan Matthias Diependaele, Vlaams minister-president en Vlaams minister van Industrie, op het jaarevent van essenscia Vlaanderen. De toenemende geopolitieke spanningen en handelsconflicten verhogen de urgentie om de structurele concurrentiehandicaps van de industrie in Vlaanderen weg te werken. De Vlaamse regering moet daarom vaker de kaart van de industrie trekken, met de chemie- en farmasector als sterkste troef.
Met de lancering van een geïntegreerd actieplan voor de Vlaamse industrie heeft de Vlaamse regering een duidelijk signaal gegeven dat ze de situatie ernstig neemt en effectief maatregelen wil nemen om de competitiviteit te verbeteren. In het Vlaams regeerakkoord wordt het strategische belang van de chemie en farma voor de Vlaamse economie ook ondubbelzinnig onderstreept. Nu moet zich dat dringend vertalen in concreet beleid en een heldere industriestrategie.
Industriebeleid: van plannen naar actie
“Concurrentiekracht is geen nice-to-have, het is een must-have om onze welvaart en geostrategische autonomie te behouden. De troefkaart industrie, met chemie en farma als de sterkste troeven, moet dus vaker uitgespeeld worden in de politieke besluitvorming. Dit gaat over de belangrijkste exportsector van Vlaanderen, de koploper in innovatie en toegevoegde waarde. Een sector die aan de basis ligt van liefst 95% van alle producten die we gebruiken”, zegt Wim Michiels, voorzitter van essenscia Vlaanderen.
“Eén woord vat het samen: actie! Goede bedoelingen volstaan niet. We hebben politieke daadkracht nodig om de plannen om te zetten in concrete beleidsmaatregelen die een directe impact hebben op de verbetering van de concurrentiepositie. De energiekostenhandicap is onhoudbaar, de regeldruk blijft bijzonder hoog, de internationale concurrentie is moordend. Tijd voor actie!”, beklemtoont Ann Wurman, directeur essenscia Vlaanderen.
Concurrentiehandicaps aanpakken

Ook Vlaams minister-president Matthias Diependaele benadrukte het belang van een strategisch industriebeleid dat inzet op competitiviteit, productiviteit en duurzaamheid. Hij verwees naar de Europese Clean Industrial Deal en de Vlaamse Versnelling – de competitiviteits- en productiviteitsagenda van de Vlaamse regering – als richtinggevende beleidskaders.
“De chemie- en farmasector is één van de speerpunten van de Vlaamse industrie en een fundament van onze welvaart. Natuurlijk moet er nog hard gewerkt worden aan de effectieve uitvoering van het industriebeleid. Maar de plannen zijn er, met daarin de juiste inhoudelijke klemtonen. En de intentie, de goesting en de wil om eraan te werken, die is er absoluut ook.”
Nood aan een industriestrategie

Voor professor Marc De Vos, CEO van Itinera, ontbreekt het nog aan een duidelijke en offensieve industriestrategie. “Vlaanderen moet veel meer ambitie tonen om een industriële topregio te zijn. Ik mis de politieke urgentie, het is nog te veel ‘business as usual’. Terwijl dit het kantelmoment is om actie te ondernemen, om het beleid en de financiële middelen te heroriënteren vanuit een duidelijke industrievisie. Veel tijd hebben we niet meer.”
“Het vastgelopen vergunningenbeleid moet dringend vlot getrokken worden. En er zullen op politiek vlak ook moeilijke budgettaire keuzes moeten worden gemaakt, want je kan niet alles doen”, vindt Isolde Van den Eynde, politiek journaliste van Het Laatste Nieuws. “Je moet dus kijken naar welke sector voor dit land economisch bijzonder belangrijk is, om die dan zo goed mogelijk te ondersteunen. Dan kom je automatisch bij chemie en farma uit.”
Energie en competitiviteit

De hoge energiekosten en de negatieve impact ervan op de concurrentiekracht was een vaak terugkerend thema in de panelgesprekken. Ook de CEO’s uit de sector – Toon Bossuyt (BOSS paints), Ivan Pelgrims (Evonik Antwerpen) en Luc Van Steenwinkel (Pfizer Manufacturing Belgium) – benadrukten de noodzaak van concurrentiële energieprijzen en de bevoorradingszekerheid van koolstofarme energie. Ook dreigende handelsconflicten en de overmatige regeldruk vormen grote kopzorgen.
“We moeten de structurele concurrentiehandicaps nu echt aanpakken: hoge energiekosten, de vergunningenproblematiek, overregulering en oneerlijke concurrentie. Dat is niet eenvoudig, maar de urgentie is groot. Er moeten concrete stappen gezet worden om de concurrentiekracht te verbeteren. Met een sterk industriebeleid versterken we ook onze troeven: innovatie, logistiek, talent en de ontwikkeling van oplossingen voor klimaat, milieu en gezondheid.”
Innovatie en duurzaamheid

Het cruciale belang van innovatie voor een duurzame toekomst van de chemie- en farma-industrie kwam aan bod tijdens de paneldiscussie met drie gedreven ondernemers van veelbelovende start-ups en scale-ups: Jacob Bossaer van BOSAQ, Gill Scheltjens van D-CRBN en Dewi Van De Vyver van EFFEX. Hun boodschap? We moeten in Vlaanderen trotser zijn op onze innovatiekracht, maar ook werk maken van een betere en vlottere toegang tot durfkapitaal voor groeibedrijven.
Conclusie? Het jaarevent van essenscia Vlaanderen onderstreepte nogmaals de hoogdringendheid om het industriebeleid in Vlaanderen te versterken voor een meer competitieve industrie. De tijd van plannen maken is voorbij, het is tijd voor actie.


