Hoe kunnen we kunststoffen meer circulair maken? Hoe kijken consumenten vandaag naar plastic en welke sleutels hebben de kunststof- en recyclagesectoren zelf in handen om de circulaire economie in België verder uit te bouwen? We vroegen het aan Inge Dewitte, adviseur bij Denuo, de Belgische federatie van de afval- en recyclagesector, en Saskia Walraedt, directeur van essenscia PolyMatters, de sectorfederatie van de kunststofproductie en -verwerking, naar aanleiding van hun gezamenlijk event ‘Plastic Matters’.
Hoe is het in ons land gesteld met het sorteren en recycleren van kunststoffen? Gaat de recyclagegraad omhoog? Lopen we voorop in Europa?
Dewitte: “We mogen gerust stellen dat België een van de Europese koplopers is op het vlak van de inzameling en sortering van verschillende kunststoffracties. België heeft zichzelf ook hoge recyclageambities gesteld. Organisaties als Valipac en FostPlus, die respectievelijk instaan voor de inzameling en recyclage van industrieel en huishoudelijk verpakkingsafval, hebben hogere recyclagedoelstellingen dan de Europese ambities. Er wordt dan ook volop geïnvesteerd in extra recyclagecapaciteit in België. Kijk maar naar de recente investeringen van Eco-oh! in Beringen.”
Walraedt: “De recyclagegraad gaat dus omhoog en dat beperkt zich niet enkel tot verpakkingsafval. Maar er is nog veel potentieel om nog doelgerichter meer afvalstromen te sorteren. Net daarom is een event als Plastic Matters belangrijk. Hier kunnen kunststofproducenten, -verwerkers en recyclagebedrijven elkaar vinden om samen oplossingen uit te werken om kwaliteitsvolle kunststofstromen te sorteren, te recycleren en te verwerken.”
Dewitte: “De volgende stap wordt het verhogen van de recyclagecapaciteit in Europa, zodat we ons afval hier volgens de nieuwste technieken kunnen verwerken. De export van afval naar landen buiten Europa wordt namelijk erg ontmoedigd door de verstrengde Europese wetgeving. Het zou mooi zijn als België in de Europese transitie naar een meer circulaire economie eveneens een voortrekkersrol zou kunnen spelen. In de drie gewesten leeft de ambitie om van België de recyclagehub van Europa te maken.”
Hoe zit het dan met het inzetten van kunststofrecyclaat als grondstof voor de aanmaak van nieuwe producten?
Dewitte: “Op dat vlak is er nog wat werk aan de winkel. Recyclaat inzetten gebeurt nog te weinig, niet alleen in België. Zo wordt er in heel Europa momenteel slechts 6 à 8 % recyclaat ingezet in productieprocessen. Er is dus nog veel potentieel. Ook producenten beseffen dat ze veel kunnen bijdragen om tot een circulaire economie te komen, al zijn er nog veel obstakels die hun verhinderen om kunststofrecyclaat in te zetten.”
Walraedt: “Daarom durf ik te geloven dat de ommezwaai is ingezet. Hoe meer kunststofafval selectief wordt ingezameld en hoe minder ervan bij het restafval terechtkomt, des te meer is er beschikbaar voor recyclage. Het is belangrijk dat we gebruikte voorwerpen niet langer als afval beschouwen, maar als een bron van waardevolle materialen. Meer en meer groeit het besef dat fossiele grondstoffen eindig zijn en dat alle andere alternatieve bronnen moeten bekeken worden.”
Op vraag van Denuo heeft de UGent een marktstudie uitgevoerd over de perceptie van plastic verpakkingen met recyclaat bij consumenten en over de obstakels voor producenten om kunststofrecyclaat in te zetten. Wat zijn de voornaamste bevindingen wat consumenten betreft?
Dewitte: “Uit de marktstudie blijkt dat de consument een algemene afkeer heeft ontwikkeld tegen kunststoffen en hij maakt daarbij geen onderscheid tussen gerecycleerde kunststoffen en nieuwe kunststoffen. Voor de consument zijn karton en glas meer duurzame materialen. Bovendien is een consument die duurzaam wil leven meer bezig met afvalpreventie dan met het kiezen voor meer duurzame verpakkingsmaterialen. Hij zal dus eerder kunststofverpakkingen trachten te vermijden dan te kiezen voor een verpakking met gerecycleerde inhoud.”
Walraedt: “Kunststoffen worden te vaak herleid tot een afvalprobleem. Nochtans belanden die producten en verpakkingen niet vanzelf in het milieu. Die slechte omgang met afval leidt jammer genoeg tot een slechte reputatie van kunststoffen, ondanks de vele studies die aantonen dat kunststoffen, ook in verpakkingen, meestal een lagere milieu-impact hebben dan hun alternatieven. In zijn aankoopgedrag laat de consument zich nu eenmaal meer leiden door emotie dan door ratio. Maar buikgevoel volstaat helaas niet om weloverwogen keuzes te maken.”
Welke barrières moeten er overwonnen worden opdat kunststofverwerkers meer kunststof recyclaat zouden gebruiken?
Dewitte: “De prijs van recyclaat ten opzichte van de prijs van nieuwe kunststof vormt de grootste drempel. Dat zagen we ook duidelijk tegen de zomer van 2020 toen bedrijven gerecycleerd materiaal massaal links lieten liggen omdat de fossiele grondstoffen veel goedkoper waren geworden als gevolg van de coronacrisis. De prijs van recyclaat is verbonden aan de vaste kosten voor inzameling, sortering en verwerking van afval, daar waar de prijs van nieuwe kunststof vrij fluctueert met de prijs van aardolie.”
Walraedt: “De zogenaamde ‘elephant in the room’ is genoemd: de prijs voor recyclaat tegenover de prijs voor virgin grondstoffen. Maar de enorme fluctuaties in grondstofprijzen van het laatste jaar hebben ons geleerd dat de markt momenteel zeer volatiel is. Het is op dit moment zeer delicaat om hierin te sturen zonder de markt te verstoren. Bovendien is naast de prijs vooral een gegarandeerde en constante bevoorrading een belangrijke factor.”
“Er zijn ook nog andere barrières die al regelmatig in allerlei studies naar boven zijn gekomen. Zo is het belangrijk dat de productontwerper er rekening mee houdt dat zijn product een eindig leven heeft en gemakkelijk ontmanteld moet kunnen worden. Wetgevingen, productspecificaties en normen moeten nog aangepast worden om recyclaat toe te laten. Zolang een materiaal aan de technische vereisten voldoet, is er geen reden om dit uit te sluiten omdat het hergebruikt wordt. Dit gebeurt niet voor andere materialen als glas of metaal. Waarom zou dat wel voor kunststoffen moeten?”
“Ook moet er nog beter in de keten samengewerkt worden om ervoor te zorgen dat de informatie over de samenstelling van de materialen gemakkelijker kan doorgegeven worden. Het spreekt namelijk voor zich dat kunststofverwerkers voor gerecycleerde materialen dezelfde garanties willen over de samenstelling – en dus de conformiteit aan de diverse wetgevingen –als voor virgin grondstoffen. Voor bepaalde types polymeren of toepassingen met een lange levensduur is klassieke mechanische recyclage ook niet de meest geschikte recyclageroute. Hiervoor wordt momenteel volop ingezet op innovatieve technologieën zoals chemische recyclage.”
Met andere woorden, kunststofproducten en -verwerkers en recyclagebedrijven moeten de handen meer en vaker in elkaar slaan?
Walraedt: “Absoluut. We moeten nog meer kijken naar wat ons verbindt en niet naar wat ons scheidt. In de complexe wereld van vandaag kunnen we niet langer alles zelf in ons hoekje oplossen. Met een event als Plastic Matters willen we aantonen dat samenwerken altijd loont, ondanks de eerder opgenoemde barrières. Het is soms een hobbelig parcours maar de weg naar meer circulariteit is ingeslagen.”
Dewitte: “Dat willen we ook illustreren aan de hand van een aantal getuigenissen tijdens ons Plastic Matters event. Overschakelen naar recyclaat is niet altijd eenvoudig of iets wat van vandaag op morgen kan gebeuren. Alle partijen moeten daarvoor inspanningen leveren. Het is aan hen om rond de tafel te zitten en in dialoog te gaan over elkaars wensen en mogelijkheden. Het is een noodzakelijk traject dat afgelegd moet worden, maar het kan mooie resultaten opleveren.”
Hoe kan zich dat vertalen in de praktijk?
Walraedt: “Door de daad bij het woord te voegen en samen te werken. Collectieve innovatieprojecten organiseren via bijvoorbeeld Catalisti, de Vlaamse speerpuntcluster voor innovatie in chemie en kunststoffen. Nieuwe samenwerkingen opzetten via Vlaanderen Circulair of Circular Wallonia, onontgonnen bronnen van secundaire materialen identificeren. Uitdagingen op tafel durven leggen om op zoek te gaan naar partners. De koppen bij elkaar steken met productontwerpers om een en ander te herdenken zodat recycleren makkelijker wordt. Ideeën genoeg om mooie dingen te verwezenlijken.”
Dewitte: “Als federaties proberen we zulke samenwerkingen te faciliteren en te katalyseren. Een gezamenlijk evenement als Plastic Matters is bijvoorbeeld een mooie stap om recyclagebedrijven en kunststofproducenten -en verwerkers dichter bij elkaar te brengen. We willen de uitwisseling van informatie en ideeën tussen onze aangesloten bedrijven vergemakkelijken om uiteindelijk het gebruik van gerecycleerde kunststoffen te verhogen. Zo vragen we kunststofverwerkers welke informatie ze missen opdat ze recyclaat zouden kunnen inzetten en hoe de beide federaties hen daarbij kunnen ondersteunen. Deze resultaten willen we meenemen bij de organisatie van ons volgende gezamenlijke evenement dat we plannen in het najaar.”