Door te strenge voorwaarden mist de steunmaatregel zijn doel
Amper 107 bedrijven hebben tot op heden voor een totaalbedrag van 3,2 miljoen euro een aanvraag ingediend voor de Vlaamse energiesteun. Dat blijkt uit de meest recente cijfers die Vlaams minister van Economie Jo Brouns bekendmaakte in het Vlaams Parlement. De Vlaamse energiesteun werd in het leven geroepen om bedrijven te ondersteunen die hun energiekosten drastisch zagen stijgen, maar nu blijkt dat de maatregel zijn doel voorbijschiet door de te strenge toepassingsvoorwaarden. De Vlaamse werkgeversorganisaties Agoria, essenscia, Fedustria, Fevia en Voka roepen daarom op om de maatregel bij te sturen.
Bij de lancering van de energiesteun waarschuwden de verschillende Vlaamse werkgeversorganisaties al dat veel bedrijven uit de boot dreigden te vallen door de te strikte voorwaarden en cumulbepalingen die de Vlaamse regering oplegt. Daarnaast wordt de Vlaamse industrie geconfronteerd met een ongelijk Europees speelveld nu onze buurlanden en belangrijkste handelspartners Duitsland en Frankrijk een zeer fors ondersteuningsbeleid voeren en maximaal gebruik maken van het Europees staatssteunkader.
Daarom roept essenscia, samen met Agoria, Fedustria, Fevia en Voka, op om de voorwaarden van de Vlaamse energiesteun te evalueren en de maatregel bij te sturen. “Het is positief dat Vlaanderen werk gemaakt heeft van een steunkader. Maar nu blijkt dat er slechts weinig bedrijven hierop een beroep doen, is het tijd om bij te sturen. Het is daarbij belangrijk dat de steun zo nauw mogelijk aansluit bij zowel het Europese steunkader als bij de noden van industriële bedrijven die het meest lijden onder de energiecrisis,” stellen de Vlaamse werkgeversorganisaties.
In november vorig jaar verlengde en verbreedde de Europese Unie de tijdelijke steunmaatregelen in het kader van de energiecrisis, het zogenaamde Temporary Crisis Framework (TCF). Op dit moment is de implementatie in Vlaanderen echter veel restrictiever dan wat het Europese kader toelaat, zowel in de hoogte en percentages van de steunbedragen als wat de criteria betreft waaraan voldaan moet worden. Daarom vragen de industrie- en werkgeversfederaties dat de Vlaamse energiesteun voldoende oog heeft voor de internationale concurrentiepositie van de industrie in Vlaanderen.
Ann Wurman, directeur essenscia vlaanderen: “Concreet vragen we om de hoogte en het percentage van de steun voor bedrijven in lijn te brengen met de Europese modaliteiten. De Vlaamse steunmaatregel moet ook maximaal aansluiten bij de Europese versoepeling van de vereisten inzake operationeel verlies (ebitda). Enkel zo kunnen we in Vlaanderen een gelijk speelveld creëren ten opzichte van de buurlanden. Samengevat: Vlaanderen moet het steunkader maximaal aligneren met het aangepaste Europese Temporary Crisis Framework.”
Tot slot herhalen de werkgeversorganisaties ook de oproep om te zorgen voor doelgerichte maatregelen. “Het spreekt voor zich dat een bijsturing van deze maatregel gericht moet zijn, en bedrijven ten goede moet komen wiens concurrentiepositie zwaar onder druk staat. Zowel omwille van de hoge energieprijzen, als door de sterk gestegen grondstofprijzen en loonkosten.”