De Europese Commissie heeft onder de noemer ‘Fit for 55’ een reeks wetgevende initiatieven gelanceerd om Europa op weg te zetten naar 55% minder broeikasgasemissies tegen 2030. essenscia, de Belgische sectorfederatie van de chemie, kunststoffen en life sciences, verwelkomt dat Europa meer duidelijkheid biedt over de manier waarop ze haar ambitieuze klimaatdoelen wil realiseren en schuift op weg naar klimaatneutraliteit drie cruciale randvoorwaarden naar voor:
- Een gegarandeerd en voldoende ruim aanbod aan betaalbare koolstofvrije energiedragers,
- Innovatie- en investeringssteun op maat van de industriële transitie
- Effectieve beschermingsmaatregelen tegen oneerlijke concurrentie vanuit regio’s die minder klimaatambitie hebben voor hun industrie.
Over die drie aspecten blijven nog vraagtekens wat implementatie en financiering betreft.
Met ‘Fit for 55’ brengt de Europese Commissie een uitgebreid pakket aan bijkomende wetgeving in stelling om de klimaatambities uit de Green Deal te realiseren in de praktijk. De centrale doelstelling bestaat erin om de C02-uitstoot tegen 2030 met 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Daarmee wordt het vorige streefdoel – een uitstootreductie van 40% – fors aangescherpt. Dit moet Europa op koers brengen richting klimaatneutraliteit, een ambitie die tegen 2050 zou moeten bereikt worden.
Belgische chemie en life sciences wil uitstootreducties versnellen
De Belgische sector van de chemie en life sciences is een katalysator voor klimaatoplossingen en de cijfers illustreren dat. De uitstoot van broeikasgassen in Europa is sinds 1990 met bijna een kwart gedaald. De bedrijven actief in de chemie en life sciences in België – goed voor 95.500 jobs en ruim een derde van de Belgische export – hebben in diezelfde periode een veel grotere daling gerealiseerd van meer dan 37% (tegenover referentiejaar 1995 gaat het zelfs om een halvering van de uitstoot) en dit in een scenario van economische groei met een sterke stijging van de toegevoegde waarde en bijhorende welvaartscreatie.
Daarnaast ligt de chemie-industrie aan de basis van heel wat producten en materialen die we allemaal hard nodig hebben om onze uitstoot te verminderen, bijvoorbeeld in bouw, transport of energie. Om de sector – die blootstaat aan wereldwijde concurrentie – in staat te stellen de komende jaren een versnelling hoger te schakelen en verdere uitstootverminderingen te verwezenlijken, nieuwe klimaatinnovaties te ontwikkelen en andere sectoren mee te helpen verduurzamen, is een ondersteunend beleidskader essentieel.
Opletten voor goedbedoelde maatregelen met tegengesteld effect
De twee meest in het oog springende maatregelen binnen ‘Fit for 55’ zijn de hervorming van het Europese ETS-systeem voor emissiehandel en de invoering van een zogeheten Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), een soort koolstoftaks aan de Europese grenzen op de import van bepaalde producten.
Het ETS-systeem zet een limiet op de totale uitstoot en verlaagt dat plafond jaar na jaar. Daardoor vermindert het aantal uitstootrechten stelselmatig en is het prijskaartje voor CO2-uitstoot op minder dan vier jaar tijd zowat vertienvoudigd. De voorgestelde aanpassingen streven naar een verdere verstrenging.
Dit zal de industrie aanzetten tot forse investeringen in de radicale transformatie van productieprocessen, maar tegelijk maakt het elektriciteit duurder omdat energieproducenten de hogere kosten voor emissierechten doorrekenen. Zo is de stroomprijs het voorbije jaar al beduidend toegenomen en zet deze ETS-herziening mogelijk een extra rem op de elektrificatie van gebouwen, transport en industriële processen, nochtans een belangrijke pijler van de groene transitie.
Risico op handelsconflicten voor exporterende sectoren
Met het huidige voorstel van een koolstoftaks aan de grenzen wil Europa haar industrie beschermen tegen oneerlijke import. Daarbij verliest ze uit het oog dat economisch sterke sectoren met wereldwijde export hier niet door beschermd worden en zelfs het risico lopen om slachtoffer te worden van handelsconflicten. De maatregel heeft namelijk al tot bezorgdheid geleid vanuit de Verenigde Staten, China en enkele opkomende economieën.
Het is belangrijk dat er een gelijk speelveld wordt gecreëerd tussen de Europese Unie en regio’s met minder strenge klimaatregels, maar dat dient weloverwogen te gebeuren met aandacht voor de concurrentiepositie van alle bedrijven. Zowel ondernemingen die moeten opboksen tegen import uit landen met lagere klimaatkosten, als bedrijven die hun producten concurrentieel moeten houden op de wereldmarkt.
Sterk industriebeleid voor een succesvol klimaatbeleid
Een succesvol klimaatbeleid hangt samen met een ambitieus industriebeleid. In een regio die verantwoordelijk is voor minder dan 10% van de globale uitstoot moeten we vooral inzetten op een coherent beleidskader dat de chemie-industrie toelaat om in Europa te blijven investeren en innoveren in klimaatvriendelijke en circulaire productietechnieken. Dat Europa de budgetten voor het Innovation Fund optrekt en meer mogelijkheden biedt om impactvolle bedrijfsprojecten voor CO2-reductie te ondersteunen, is op dat vlak een goede zaak.
“De Belgische industrie van de chemie en life sciences steunt de ambitie om te streven naar klimaatneutraliteit. Maar er zijn enkele cruciale randvoorwaarden waar ook de regionale en federale overheden in ons land rekening mee moeten houden.”
Els Brouwers, directeur Energie, Klimaat & Economie essenscia
Els Brouwers, directeur Energie, Klimaat & Economie essenscia: “De Belgische industrie van de chemie en life sciences steunt de ambitie om te streven naar klimaatneutraliteit. Laat dat duidelijk zijn. De materialen en innovaties uit de sector zijn ook broodnodig om de belangrijke transitie naar een klimaatneutrale samenleving te realiseren. Het gezamenlijke doel is dus helder, maar hoe we daar zullen geraken hangt af van verschillende factoren. Wat we vooral nodig hebben is koolstofarme energie in ruime hoeveelheden en tegen concurrentiële prijzen, een adequate bescherming van de internationale concurrentiekracht en steun voor de ontwikkeling van doorbraaktechnologieën. Dat zijn stuk voor stuk cruciale randvoorwaarden waar ook de regionale en federale overheden in ons land rekening mee moeten houden.”