Wat hebben chemie en biotechnologie met elkaar gemeen? Ze liggen beiden aan de basis van de moderne geneeskunde – yep, ook coronavaccins – maar het zijn bovenal allebei woorden van het vrouwelijk geslacht. Wist je trouwens dat ook wetenschap een vrouwelijk woord is? Laat de ‘Internationale dag voor vrouwen en meisjes in de wetenschap’ op 11 februari dus geen jaarlijkse excuustruus zijn. Het is hoog tijd voor structurele oplossingen om meer girl power te brengen in technische en wetenschappelijke STEM-studies. Want de krapte op de arbeidsmarkt biedt een ongelooflijke kans om onze farma- en biotechbedrijven verder te vervrouwelijken.
Tineke Van hooland, adjunct secretaris-generaal bio.be/essenscia en verkozen tot de Inspiring Fifty top 50 van Belgische vrouwen in tech
Sluit je ogen en denk aan de laatste keer dat je een vrouwelijke professor of wetenschapper zag in een stripverhaal of cartoon. Dat duurde lang, niet? Gobelijn, Barabas en professor Zonnebloem hebben ons generaties lang een stereotiep beeld van verstrooide, mannelijke uitvinders ingeprent. Of het moet zijn dat u een echte kenner bent en de Belgische stripreeks Yoko Tsuno kent, met een vrouwelijke ingenieur elektrotechniek in de hoofdrol. Loop volgende keer u in Brussel bent zeker eens langs haar beschilderde stripmuur. Het is amper vijf minuutjes stappen van, jawel, Manneken Pis. Qua symboliek in een debat over gendergelijkheid kan dat tellen.
Minder mannelijke stereotiepen
Dat jonge meisjes vrouwelijke rolmodellen missen om voor wetenschappelijke studies en beroepen te kiezen, blijkt ook uit de zogenaamde ‘Draw-A-Scientist Test’. Begin jaren tachtig kwam David Wade Chambers van de Deakin University in Australië met verbijsterende resultaten op basis van een eenvoudige opdracht.
Bijna 5.000 jongens en meisjes kregen de simpele vraag om een wetenschapper te tekenen. Bij amper 0,6% – of welgeteld 28 kinderen uit de steekproef, onder wie geen enkele jongen – kwam er een vrouwelijke wetenschapster op het blad. De test is intussen meermaals herhaald en tegenwoordig – bijna 40 jaar later – blijkt het percentage opgeklommen tot ongeveer 30%. Bemoedigend, maar nog ver weg van de beoogde gelijkheid.
Ook op de werkvloer zijn we er nog lang niet. Vandaag is slechts 29% van de bijna 100.000 werknemers in de Belgische chemie- en farmabedrijven een vrouw. Met wat goede wil kan je dus stellen dat 1 op de 3 medewerkers in de sector vrouw is, maar evenwichtig kan je dat moeilijk noemen. Het goede nieuws? Twintig jaar geleden zat dat aandeel nog veel lager, op amper 23%.
Het is vooral in de farma en biotechnologie dat de vervrouwelijking zich doorzet. Zo vertegenwoordigen vrouwen intussen wel al bijna de helft van het R&D-personeel in de sector. Innovatie is dus meer en meer een vrouwenzaak. Dankzij die extra girl power scoort de chemie en farma ook beter dan de rest van de industrie, waar gemiddeld minder dan 1 op de 4 vrouw is.
Meer vrouwelijke rolmodellen
Wat hebben we nodig om beter te doen? Hoewel dit een complex thema is, zijn er twee duidelijke prioriteiten. In de eerste plaats: meer vrouwelijke rolmodellen. Of zoals actrice Geena Davis het ooit zei in hartstochtelijk pleidooi voor meer gendergelijkheid: “If she can see it, she can be it.” Vertel aan uw (klein)kinderen of leerlingen dus het verhaal van Jennifer Anne Doudna en Emmanuelle Charpentier. Zij ontvingen de Nobelprijs voor Scheikunde met hun CRISPR-Cas9 methode, nu al een van meest spraakmakende ontdekkingen van de 21ste eeuw die een revolutie kan veroorzaken in de gezondheidszorg. Maak hen duidelijk dat twee vrouwelijke wetenschappers, professor Katalin Karikó en BioNTech-oprichtster Özlem Türeci, de grondleggers zijn van de mRNA-technologie die aan de basis ligt van enkele van de meest gebruikte coronavaccins.
Natuurlijk hebben we niet enkel nood aan dergelijke beroemdheden, zoals ook Marie Curie of Rosalind Franklin. We hebben ook meer vrouwelijke STEM-leerkrachten nodig, waaraan jonge meisjes zich kunnen spiegelen. Net zoals we vanuit het bedrijfsleven meer rolmodellen nodig hebben – jong en divers – die als echte STEM-ambassadeurs (Science, Technology, Engineering & Mathematics) meer meisjes inspireren voor wetenschap en technologie. Zo brengen sectorfederatie essenscia en Vlajo ook dit schooljaar weer meer dan 100 STEMfluencers uit de chemie en farma voor de klas om een authentiek en persoonlijk verhaal te brengen over hun passie voor STEM.
Maak het nut van STEM-onderwijs duidelijker
Zo komen we bij de tweede prioriteit: meer aandacht in het STEM-onderwijs voor purpose, of de maatschappelijke meerwaarde van dergelijke opleidingen. Er is nog te weinig besef bij jongeren welke positieve impact ze dankzij STEM-studies later kunnen hebben op milieu, klimaat of gezondheid. Zo laten we heel wat potentieel onbenut.
Uit het ROSE-onderzoek (Relevance of Science Education) blijkt namelijk dat meisjes zich bij hun studiekeuze in belangrijke mate laten leiden door een mensgericht waardepatroon en maatschappelijke relevantie. Naast experimenteren en het aanscherpen van creativiteit en oplossingsgerichte denkpatronen, moet STEM-onderwijs dus ook gaan over de concrete toepassingen in het echte leven.
Meer meisjes motiveren voor STEM heeft ook een economische reden. Bedrijven schreeuwen om talent met de juiste skills en attitudes om de digitale en groene transitie effectief vorm te geven. Vacatures voor STEM-jobs raken almaar moeilijker ingevuld. Bovendien staat de chemie- en farmasector door de vergrijzing – 1 op de 3 werknemers is ouder dan 50 – voor de gigantische uitdaging om de komende 15 jaar de uitstroom van duizenden ervaren medewerkers op te vangen. Dit is in feite een unieke kans om het aantal vrouwelijke werknemers in de industrie fors te vergroten.
De jobkansen zijn er. Het maatschappelijk nut van wetenschap en technologie is nooit zo duidelijk geweest. De digitalisering beheerst ons leven. Innovatie helpt ons aan klimaatoplossingen en coronavaccins. Met een extra female touch maken we die sprong naar de toekomst eens zo vlot.
Sisters of Science, ik reken op jullie!