Studie Vlaams minister Crevits onderstreept de dringende nood aan meer opleidingscapaciteit en meer leerlingen in STEM-studierichtingen
De komende 15 jaar is er nood aan 30.000 nieuwe talenten in de Vlaamse industrie, waaronder de sectoren chemie en kunststoffen. Het gaat dan vooral over technici, operatoren, wetenschappers en ingenieurs om actief mee te werken aan de transitie naar een circulaire economie en klimaatneutrale samenleving. Daarnaast stijgt de behoefte aan meer om- en bijscholing door de toenemende digitalisering en de introductie van duurzame productieprocessen. Extra opleidingscapaciteit en meer studenten in STEM-studies zijn daarom cruciaal. Dat blijkt uit de studie ‘Skills roadmap voor de Vlaamse klimaattransitie’ van het adviesbureau Roland Berger op vraag van Vlaams minister van Economie en Werk Hilde Crevits. De resultaten werden voorgesteld tijdens een werkbezoek van de minister aan isolatiespecialist en schuimrubberproducent Recticel in Wetteren.
De Europese ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te worden, is een enorme uitdaging voor onze economie en samenleving. Vorig jaar schetste de VLAIO-studie ‘Naar een koolstofcirculaire en CO2-arme Vlaamse industrie’ enkele verkennende scenario’s, inclusief noodzakelijke doorbraaktechnologieën, om de industrie in Vlaanderen op weg te zetten naar een koolstofslimme en klimaatvriendelijke productie.
Skills en vaardigheden voor klimaattransitie
Zo zullen industriële processen radicaal getransformeerd moeten worden. Door het gebruik van alternatieve grondstoffen, de opvang en opslag of hergebruik van CO2, de inzet van meer gerecycleerd materiaal of de elektrificatie van productieprocessen. Dat vraagt niet alleen om investeringen in innovatieve technologieën. Het vereist ook nieuwe skills en vaardigheden van de betrokken werknemers.
Om te onderzoeken welke competenties aan belang zullen winnen op de werkvloer van de toekomst, en hoe we talent daar optimaal op kunnen voorbereiden, gaf Vlaams minister van Economie en Werk Hilde Crevits de opdracht aan adviesbureau Roland Berger om de uitdagingen voor de energie-intensieve industrie in Vlaanderen in kaart te brengen. De studie geeft inzicht in de belangrijkste evoluties tot 2035 en kwam mee tot stand in overleg met essenscia, de sectorfederatie voor de chemie en life sciences, bedrijven en vakbonden.
Hilde Crevits, Vlaams minister van Economie en Werk: “Onze economie en onze werkvloeren worden met de dag groener en digitaler. Ook onze industrie is in volle transitie. Het is belangrijk dat ondernemingen in sectoren zoals chemie en kunststoffen het juiste talent met de juiste vaardigheden kunnen vinden om de omslag naar een duurzame economie mogelijk te maken. Zo kunnen we de sterke basisindustrie met de bijhorende tewerkstelling in Vlaanderen verankeren. Deze studie bevestigt dat we daarvoor elk talent nodig zullen hebben. Opleiden, opleiden, opleiden is daarbij het nieuwe mantra. We gaan samen met de sectoren aan de slag om voldoende opleiding te voorzien.”
“De sleutel voor een succesvolle klimaattransitie ligt bij de industrie. Duurzame processen en circulaire materialen vragen om talent met de juiste skills.”
Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder essenscia
Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder essenscia: “De sleutel voor een succesvolle klimaattransitie ligt bij de industrie. Duurzame processen en circulaire materialen vragen echter om talent met de juiste skills. We investeren daarom fors in sectorale opleidingscentra, in samenwerking met sociale partners, het onderwijs en de VDAB. Want daar ligt de grootste uitdaging: de instroom van meisjes en jongens met een STEM-diploma moet hoger, levenslang leren wordt de norm en we moeten de jonge generatie vooral overtuigen dat een job in de industrie een job met positieve impact is waar ze echt het verschil kunnen maken.”
Nood aan 30.000 nieuwe (STEM-)talenten
In de studie worden 7 beleidsuitdagingen naar voor geschoven. Zo zullen er tot 2035 30.000 nieuwe talenten nodig zijn om in de onderzochte industriële sectoren de vergrijzingsgolf op te vangen en de aanwervingsbehoefte in te vullen. Het merendeel daarvan, ruim 22.000, zal aan de slag gaan in de chemie en kunststoffen. Het gaat vooral om jobs als wetenschappelijke onderzoekers, product- en procesingenieurs, operatoren en onderhoudstechnici, milieu – en veiligheidsspecialisten, maar ook om verkopers, managers en personeel met juridisch, logistiek en organisatorisch talent.
Daardoor zullen de nu reeds schaarse STEM-profielen met technische en wetenschappelijke kennis de komende jaren erg gegeerd zijn. Het verhogen van de instroom in dergelijke studierichtingen, ook in het technisch onderwijs, is daarom een van de belangrijkste aanbevelingen uit het rapport. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van beleid, onderwijs en industrie om meer meisjes en jongens enthousiast te maken voor STEM-studies en -beroepen.
Opleiden in groene en digitale vaardigheden
De studie focust ook op het belang van opleiding. Volgens het rapport zouden tot 2035 zo’n 59.000 werknemers uit de industrie moeten bijgeschoold worden om meer actuele kennis te verwerven over groene thema’s zoals duurzaam productontwerp, energie-efficiëntie, circulaire productieprocessen, nieuwe recyclagetechnieken en de ontwikkeling van duurzame zakenmodellen. Dit omhelst vaardigheden als klantgericht materiaaldenken, doordacht energiemanagement, het meten van milieu-impact en de verkoop van producten en diensten in een circulaire economie.
Ook digitale basisvaardigheden zijn een must op de werkvloer van vandaag en morgen. Volgens de studie hebben de komende 15 jaar zowat 49.000 werknemers, voornamelijk operatoren, technici en productiemedewerkers, behoefte aan een doorgedreven digitale training. Dat gaat van het professioneel gebruik van tablets, wearables en geavanceerde digitale tools tot omgaan met nieuwe digitale technieken zoals data-analyse, artificiële intelligentie en augmented reality.
Frederick Van Gysegem van adviesbureau Roland Berger: “Hoewel we steeds meer evolueren in de richting van digitalisering en automatisering zien we toch dat de energie-intensieve industrie structureel zal moeten gaan aanwerven in de komende jaren, en dat er op grote schaal zal moeten worden ingezet op de upskilling van de werknemers in de verschillende sectoren.”
Jean-Pierre De Kesel, Chief Sustainable Innovation Officer Recticel: “Een belangrijke pijler van onze duurzaamheidsstrategie is het ’People Priority Plan’, waarmee we een inspirerende werkomgeving willen creëren. We zetten sterk in op de talentontwikkeling van onze medewerkers door digitale en klassikale opleidingen aan te bieden en training op de werkvloer te organiseren, maar ook via persoonlijke coaching. Zo proberen we, als innovatief bedrijf dat bijdraagt tot oplossingen voor een circulaire economie en een koolstofarme samenleving, onze medewerkers aan ons te binden en nieuwe talenten aan te trekken.”
Recticel ontwikkelde samen met chemiebedrijf Covestro, binnen het Europese Carbon4PUR-onderzoeksproject, een technologie om de hoogovengassen van staalfabrieken om te zetten in grondstoffen voor hoogwaardige kunststoffen en isolatiepanelen. Beide ondernemingen sloegen ook de handen in elkaar om CO2 als grondstof te gebruiken in de schuimvulling van matrassen. Recticel is trouwens mee de grondlegger van een recyclagetechnologie om de schuimvulling uit oude, gebruikte matrassen een tweede leven te geven als geluidsisolatie. Zo brengt het bedrijf de circulaire economie in de praktijk.
Nood aan ‘soft skills’
Tot slot blijkt uit de studie dat ook zogenaamde ‘soft skills’ belangrijker worden. Dan gaat het niet zozeer over kennen of doen, de combinatie van kennis en vaardigheden, maar eerder over kunnen. Anders gezegd: de transversale competenties die nodig zijn om te functioneren in een sterk gedigitaliseerde en snel veranderende werkomgeving. Zoals creatief denken, leerbereidheid, besluitvaardigheid, flexibel plannen en procesmatig denken. Ook die nieuwe vormen van werken, organiseren en leidinggeven vragen om een aangepast opleidingskader.
https://twitter.com/crevits/status/1400002694035685378