De sector van de chemie, kunststoffen en life sciences heeft sinds de invoering van de energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s) door de Vlaamse overheid in 2015 een energiebesparing gerealiseerd van maar liefst 17,5 Petajoule (PJ) of 9,3% van het primaire energieverbruik. Dat is vergelijkbaar met de isolatie van 330.000 daken of bijna 1 miljoen ton vermeden CO2-emissies. De chemie en life sciences is daarmee goed voor zowat de helft van de totale energiebesparing over alle industriesectoren heen. Dit jaar zijn opnieuw 86 chemie-, farma- en kunststofbedrijven vrijwillig ingestapt in nieuwe vierjarige energiebeleidsovereenkomsten met als doel om ook in de periode 2023-2026 te blijven innoveren en investeren voor meer energie-efficiëntie.
Energiebeleidsovereenkomsten zijn een partnerschap tussen de Vlaamse overheid en energie-intensieve ondernemingen met een finaal energieverbruik van minstens 0,1 Petajoule. Sinds dit jaar werd de initiële doelgroep – chemie en kunststoffen, staal, voeding, metaal, papier, textiel en glas – uitgebreid naar elektriciteitscentrales, afvalverbrandingsinstallaties, glastuinbouwbedrijven, haventerminals en ziekenhuizen.
Deelnemende bedrijven engageren zich om energiebesparende maatregelen uit te voeren die op basis van energieaudits en energieplannen economisch rendabel zijn. Bedoeling is op zoek te gaan naar haalbare en kostenefficiënte acties die zorgen voor CO2-besparingen en meer energie-efficiëntie. De uitvoering van de maatregelen wordt jaarlijks nauwgezet opgevolgd door een onafhankelijk verificatiebureau.
De eerste generatie EBO’s ging van start in 2015 en liep tot eind 2022. In die periode realiseerden de 350 deelnemende bedrijven, waarvan 114 uit de sector van chemie en life sciences, een cumulatieve energiebesparing van 34,6 Petajoule. Om dit in perspectief te plaatsen: 1 Petajoule komt overeen met 277,78 miljoen kWh elektriciteit of 31,6 miljoen kubieke meter aardgas. Een besparing die kan tellen dus.
Helft van totale energiebesparing komt van chemie en life sciences
Hoewel de chemie- en kunststofbedrijven slechts een derde van de deelnemende ondernemingen en 37% van het primaire energieverbruik vertegenwoordigen, zijn ze wel goed voor de helft van de totale energiebesparing tijdens de eerste EBO-periode. Bovendien zijn de energiebesparende maatregelen die in 2022 werden uitgevoerd hierin nog niet verrekend, wat betekent dat de werkelijke besparing nog hoger ligt.
Chemiesector ook koploper in nieuwe energiebeleidsovereenkomsten
Dit jaar zijn de nieuwe EBO’s van start gegaan, met gewijzigde spelregels. Doordat de doelgroep voortaan wordt bepaald op basis van het finale in plaats van primaire energieverbruik is het aantal bedrijven dat in aanmerking komt fors ingeperkt. Zo konden 28 sectorbedrijven, vooral actief in kunststoffen, niet langer deelnemen. Met 86 ondernemingen op een totaal van 271 blijft de chemie en life sciences evenwel nog altijd de sector met het grootste aantal deelnemende bedrijven. Een duidelijk engagement om de koppositie inzake energie-efficiëntie verder uit te bouwen.
Els Brouwers, directeur Energie, Klimaat en Economie bij essenscia: “De sector van de chemie, kunststoffen en life sciences is energie-intensief, maar vooral bijzonder energie-efficiënt. In moeilijke economische omstandigheden zijn bedrijven de voorbije jaren volop blijven investeren om energie te besparen. Met de toetreding tot de nieuwe energiebeleidsovereenkomsten gaat de sector op dat elan verder. De industrie in Vlaanderen, met de chemie, farma en kunststoffen in een voortrekkersrol, draagt hiermee fors bij aan de realisatie van de Europese en Vlaamse doelstellingen voor CO2-reductie en energie-efficiëntie.”