Sinds 1 januari is de brexit een feit en maakt het Verenigd Koninkrijk niet langer deel uit van de Europese interne markt en de douane-unie. Dit betekent dat ondernemingen sowieso te maken krijgen met douaneformaliteiten en nieuwe regels. Dankzij het handelsakkoord dat op de valreep werd afgesloten, en dat op nieuwjaarsdag voorlopig in werking trad, is het ergste kwaad vermeden. Maar de impact van brexit zal hoe dan ook voelbaar zijn, zeker nu er twee aparte REACH-registratiesystemen bestaan.
Op kerstavond bereikten de brexit-onderhandelaars op de valreep een handels- en samenwerkingsakkoord dat op 1 januari 2021 voorlopig in werking trad. De ratificatie aan Europese zijde wordt vrij snel verwacht.
Wat is er beslist?
Het akkoord is het meest ambitieuze handelsakkoord dat de Europese Unie ooit met een derde land heeft gesloten en biedt garanties dat er op een open en faire manier handel kan gedreven worden. Het akkoord voldoet grotendeels aan de aandachtspunten die essenscia en de Europese chemiefederatie Cefic hadden aangestipt, behalve de samenwerking op het vlak van chemische productwetgeving (zoals REACH, CLP, BPR …).
Sinds 1 januari 2021 gelden er daardoor twee aparte registratiesystemen: EU REACH en UK REACH. Dit leidt jammer genoeg tot een verdubbeling van de bijhorende verplichtingen op het vlak van productwetgeving. Een uitgebreidere analyse van UK REACH kunt u raadplegen via deze link.
Voorts komen er ook douaneformaliteiten en controles op Britse goederen die de EU binnenkomen, met kans op meer vertragingen aan de grens.
De EU en het VK hebben beslist om nultarieven te hanteren en zullen geen invoerquota’s toepassen voor een groot aantal goederen. Bedrijven kunnen wel pas van dat nultarief genieten als hun goederen voldoen aan de oorsprongsregels.
Het akkoord voorziet daarom in zogeheten ’bilaterale cumulatie’. Dit wil zeggen dat bedrijven onderdelen en materialen mogen ‘cumuleren’, zodat onderdelen van Britse oorsprong die in de EU verwerkt worden, aanzien worden als onderdelen van Europese oorsprong (en vice versa). Hierdoor wordt het makkelijker om aan de vereisten van het nultarief te voldoen. De productspecifieke regels voor chemicaliën volgen het gezamenlijke voorstel van Cefic en de Britse sectorfederatie CIA (Chemical Industries Association). Dit is belangrijk omdat hierdoor de quasi totale bilaterale handel in chemicaliën vrijgesteld kan blijven van invoerrechten.
Het akkoord bevat een aantal sectorspecifieke annexen over onder meer chemische stoffen en geneesmiddelen. De bijlage over de chemische stoffen voorziet de toepassing van het UN GHS (Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals) en in een vrijwillige samenwerking in regelgeving voor chemische stoffen, inclusief een uitwisseling van niet-vertrouwelijke informatie tussen de autoriteiten. Hoewel dit hoofdstuk positieve intenties omvat, is het een gemiste kans dat niet werd ingegaan op het verzoek van de chemiefederaties om gegevens uit te wisselen in het kader van REACH.
Het akkoord bevat ook een KMO-hoofdstuk. Hierin wordt gemeld dat er een website specifiek voor KMO’s zal worden opgericht alsook een specifiek KMO contactpunt.
Het akkoord garandeert verder een zekere mobiliteit van (geschoolde) arbeidskrachten. Enerzijds zijn er regelingen getroffen om korte zakenreizen toe te laten. Anderzijds is er een soepele regelgeving voor tijdelijke detacheringen en personen met een doctoraat die werken in zogenaamde STEM-beroepen. Het VK blijft ook deelnemen aan Horizon Europe.
Ten slotte moeten er door Belgische bedrijven geen extra stappen genomen worden in het kader van GDPR. Momenteel geldt er een overbruggingsmechanisme dat in principe afloopt wanneer de EU een adequaatheidsbeslissing neemt.
Meer weten? Herbekijk ons brexit-webinar waarin het handelsakkoord wordt toegelicht.