Het Arbeidshof van Antwerpen heeft vorige maand in een arrest geoordeeld dat bepaalde delen van een sectorcao nietig zijn. Die bepalingen stellen dat de bevoegdheid van de syndicale delegatie zich beperkt tot baremieke bedienden en dus niet van toepassing is op kaderleden. Dit gebeurde op vraag van de vakbonden die hiervoor een geding hadden ingespannen tegen een sectorbedrijf, hoewel ze de bewuste sectorcao zelf mee hadden onderhandeld en ondertekend. Voor sectorfederatie essenscia legt deze uitspraak een hypotheek op het sociaal overleg. Cao’s mee ondertekenen en de inhoud ervan nadien betwisten voor de rechtbank helpt de sociale dialoog niet vooruit.
Het arrest van het arbeidshof van Antwerpen van 13 januari 2021 stelt twee fundamentele basisprincipes in vraag waarop het sociaal overleg steunt.
Recht op vrije keuze
Ten eerste bestaat er naast het evidente recht om zich als groep werknemers te verenigen en zijn belangen te laten verdedigen door een vakbond, eveneens het recht om zich als werknemer niet te verenigen en zelf op te komen voor de eigen belangen. Kaderleden kiezen immers bewust voor een job met tal van uitdagingen waarbij individuele ontwikkeling en flexibiliteit de rode draad vormen doorheen de ganse loopbaan.
Heel wat van die jobs vragen om maatwerk en wendbaarheid qua arbeidsduur en inhoud. De gedeeltelijke variabele verloning die ermee gepaard gaat, houdt rekening met de individuele inspanningen en het algemene bedrijfsresultaat. Laat dat nu allemaal factoren zijn die in schril contrast staan met de vakbondsretoriek waarbij individuele verschillen of een variabele verloning gelinkt aan het bedrijfsresultaat uit den boze zijn.
Kern van het sociaal overleg
Ten tweede stelt dit arrest de kern van het sociaal overleg in vraag. Sociaal overleg steunt namelijk op het sluiten van akkoorden, de zogenaamde cao’s. Het sluiten van akkoorden noodzaakt alle partijen tot het vinden van compromissen. Deze Belgische aanpak werd al meermaals geroemd.
Het arrest van het arbeidshof geeft partijen nu de mogelijkheid om na het sluiten en ondertekenen van akkoorden, nadien naar de rechtbank te stappen met de vraag om bepaalde compromissen nietig te verklaren terwijl alle andere bepalingen uit hetzelfde akkoord geldig blijven.
Het wordt nog straffer, want dezelfde vakorganisaties die naar de rechtbank zijn gestapt om een sectorcao voor de chemie en life sciences uit 1999 – waar hun handtekening dus mee onder staat – eenzijdig te laten aanpassen, hebben net voor deze rechtszaak een identiek akkoord ondertekend voor de grootste bediendensector (PC 200) van het land, waarin ze de bevoegdheden van de syndicale delegaties wél opnieuw beperken tot baremieke bedienden, net zoals in de sector van de chemie en life sciences dus al meer dan 20 jaar het geval was. Begrijpe wie kan.
Overleg in plaats van rechtszaken
Daarom doet essenscia een oproep aan de sociale partners om de fundamentele logica van het sociaal overleg te respecteren. Dit betekent aan de onderhandelingstafel tot akkoorden komen, en de bereikte compromissen als ondertekenende partijen nadien effectief respecteren en uitdragen in plaats van ze onderuit te halen door rechtszaken. Eerst cao’s mee onderhandelen en ondertekenen om nadien specifieke elementen uit het bereikte akkoord te betwisten via de rechtbank helpt het sociaal overleg niet vooruit.
De komende weken zal essenscia het arrest en de mogelijke vervolgpistes uitvoerig analyseren. De juridische impact beperkt zich voor alle duidelijkheid louter tot het betrokken bedrijf. De huidige cao betreffende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen, gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (algemeen verbindend verklaard bij KB van 07.05.2000, BS 06.04.2001) blijft dus voorlopig onverkort bestaan.